Eyewitness Marnix Rummens, about the political debate

Marnix Rummens ging mee naar het politiek debat op 25 april 2014 in het ACW popup-huis in Kortrijk i.h.k.v. Buda Vista, en schreef in juli 2014 volgende tekst.

25042014_kortrijk debat people

 

 

 

 

 

 

Taal als ontwapening

1.

Het is een andere wereld: een verkiezingsdebat in een kleine Vlaamse stad. Links en rechts die botsen in hetzelfde bochtenwerk. Woorden die zoveel lading willen dekken dat ze zich onherstelbaar verrekken. Solidariteit. Koopkracht. Menswaardigheid. Even is dit het leven zoals het is. Tot in het heetst van de strijd een intermezzo wordt aangekondigd. Een jonge vrouw stapt in het spotlicht en knoopt zonder duidelijke context een persoonlijk gesprek aan met het publiek.

Met Lecture For Every One zoekt Sarah Vanhee aansluiting met de meest diverse bijeenkomsten en vergaderingen in onze samenleving. Ver van de vertrouwde kunstenpodia en hun publiek brengt ze haar interventie tijdens meetings van een taxibedrijf, de lokale politie of een Rotary Club. En dat doet ze op het medeweten van de organisator na onaangekondigd. Het fragiele opzet heeft meteen al een bijzonder effect, want vraagt zowel van de spreker als van het publiek om de eigen dagelijkse context even te herbekijken.

2.
‘Hier zitten we dan.’ Na een korte, bevreemdende stilte wordt het meteen duidelijk dat de inzet van dit gesprek het samenzijn zelf is. En de kwetsbaarheid daarvan. ‘Denk je dat je meer of minder geld hebt dan ik? Denk je dat je meer of minder weet dan ik? Denk je dat je sterker bent dan ik?’ Met een aantal korte en eenvoudige vragen legt Vanhee een dimensie van dat samenzijn bloot die vaak wordt ontkend: hoe we ons spiegelen aan elkaar, de macht die daarin besloten ligt, zowel op collectief als individueel niveau.

Omdat haar lecture qua taalgebruik en thematiek niet zo gek veel verschilt van de voorgaande debatten, zorgt Vanhees boodschap voor geen al te grote breuk in de avond. En toch kan het contrast niet groter zijn en draagt haar ingreep iets ongemeen poëtisch in zich. Omdat ze er als enige in slaagt om te praten over wat hier en nu speelt. Niet zozeer door wat ze zegt als door de manier van samenzijn die haar spreken oproept. In uitzonderlijke eenvoud en fragiliteit neemt Vanhee het publiek mee, niet in een vage belofte, maar in een eigenlijke gebeurtenis. ‘We hebben net samen een moment gecreëerd. Een moment voor… Voor de knop, voor de kus, voor de oorlog. We zijn ervoor.’, klinkt het na een korte stilte. Zuiver beschrijvende taal wordt plots poëzie, die niettemin iets wezenlijks tastbaar maakt: het besef van keuze, van collectieve verbondenheid, van de kracht die in onszelf ligt besloten om gebeurtenissen te doen plaatsvinden.

3.
In haar Lecture For Every One deelt Vanhee gedachten over de wereld die we samen hebben gemaakt: over een systeem dat enkel maar wil groeien, over instituten zonder gezicht, over onleesbare wetten, over producten die ontworpen zijn om kapot te gaan. En toch ontwijkt ze op elk moment de valkuil van het prekerige of clichématige, net door die kwetsbaarheid vol te houden en ook haar onwetendheid een plaats te geven: ‘Ik weet niet hoe ik samen moet leven met mensen die niet zijn zoals ik.’ Die openheid voorkomt polarisering, vooringenomen retoriek, betrekt de ander in de denkoefening en houdt de probleemstelling heel concreet. En toch bewerkstelligt ze al een eerste concrete stap: want in dat vreemd zijn voor elkaar worden we al deels elkaars gelijke.

Vanhee brengt de uitdagingen die het samenleven met zich meebrengt terug tot hun essentie, en die bevindt zich op mensenmaat, in het hier en nu. Misschien hebben we politiek net als elk ander facet van onze samenleving al zo lang uitbesteed dat we van haar eenvoud zijn vervreemd. In haar toespraak zoekt Vanhee niet alleen openlijk naar een nieuwe, persoonlijke invulling van basisverlangens zoals zorg, liefde, vrijheid, los van wat een partij of merk ons wil doen laten geloven. In de intimiteit die haar toespraak genereert weet ze die ook daadwerkelijk op te roepen. Spreken wordt in Lecture For Every One werkelijk een taaldaad. Het is een ontroerend contrast: tegenover de gespierde campagnetaal, gewapend met ontraceerbaar gecijfer en starre retoriek, die leidt van patstelling naar patstelling, plaatst Sarah Vanhee een kwetsbaar, persoonlijk aftasten, dat net in die eerlijkheid, in het erkennen van verdeeldheid en vertwijfeling, zo ontwapent, dat je de kracht vindt om er tegenaan te gaan.

Marnix Rummens